Vragen door leden van de gemeenteraad (via griffie)

                                                                                     Gemeente Amersfoort

 

 

 

 

 

Vragen

 

2008, nummer 48

 

 

 

                                                                                                                               DOCS.nr. 2718980

__________________________________________________________________________________

 

VRAGEN van de raadsleden Kraanen, Smit en Van Wegen (BPA) inzake vragen rondom de warmtekrachtcentrale in Vathorst gedaan overeenkomstig artikel 43 van het reglement van orde voor vergaderingen van de gemeenteraad van Amersfoort (SOB, nr. 2714037; ontvangen d.d. 19 maart 2008).

 

ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 8 april 2008)

__________________________________________________________________________________

 

 

Inleiding: Op 17 maart 2008 werd onder grote belangstelling een toelichting gegeven door directeur Tjerk Wagenaar van Eneco Warmte over kosten van de warmtelevering voor een kleine 2000 woningen in Vathorst. Het betreft hier woningen die aangesloten zijn op de collectieve warmtekrachtcentrale, woningen die dus geen eigen aansluiting op het landelijk aardgas net hebben.De gemeente Amersfoort, het OBV en Eneco hebben destijds een contract getekend om voor de bewoners van de Laak en Velden 2 een collectief warmtesysteem te realiseren. Bewoners zijn hiermee volledig afhankelijk van hun warmtevoorziening van Eneco. Bewoners klagen al sinds het begin over schrikbarende kostenstijgingen voor warmte in vergelijk met hun eerdere woningen.De gemeente verklaarde naar aanleiding van de klachten een enquête is gehouden onder de bewoners. Hieruit zou blijken dat er geen enkele aanleiding is dat bewoners meer zouden betalen dan anders. Ook Eneco liet vermoeden dat zij absoluut markt conforme prijzen hanteert. Helaas bleken zowel gemeente als Eneco niet in staat dit in de beleving van alle aanwezigen over te brengen.De conclusie van Eneco is dat de bewoners hun gedrag moeten aanpassen, omdat men in een warmtewoning nu eenmaal milieubewust moeten leren omgaan met het gebruik van warmwater. Hoewel Eneco zich verantwoordelijk voelt en aangegeven heeft tekort geschoten is dat er de afgelopen 3 jaar geen aandacht is geweest om goede voorlichting te geven, zullen zij niet over gaan tot compensatie van de hoge kosten voor warmteleveringen. Zij zullen nu wel actie ondernemen naar aanleiding van de klachten en bewoners die dit wensen te informeren hoe zij om moeten gaan met een warmte woning. De geleden schade van de bewoners door het nooit geïnstrueerd te zijn achten zij de te wijten aan de consument zelf.Ondoorzichtige prijzen en het gebrek aan inzichtelijk met de manier waarop verbruikt gemeten blijft de grote frustratie bij bewoners. Het Niet Meer Dan Anders (NMDA) principe wat tussen gemeente en Eneco over de hoofden van de bewoners is afgesproken, geeft evenmin helder aan waarom een collectief warmte systeem interessanter zou moeten zijn voor kopers. Stadsverwarming is een lucratieve bezigheid voor energieleveranciers. Met de rest warmte van elektriciteitsopwekking worden als bijproduct de warmte gebruikt voor verwarming van woningen. Hierdoor wordt de CO2 uitstoot teruggedrongen, inclusief het verbruik van primaire brandstoffen. Daarnaast is hier veel subsidie voor beschikbaar.

 

 

Vraag 1: Is het college van bovenstaande feiten op de hoogte ?

Antwoord 1: Ja

 

Vraag 2: Waarom zijn volgens het college de resultaten van de gehouden enquête rond de klachten van de warmtekrachtcentrale niet openbaar gemaakt?

Antwoord 2:De resultaten zijn in algemene zin per brief aan de warmteconsumenten meegedeeld. De enquête is gebruikt voor het verkrijgen van nader inzicht (middel) voor de te nemen vervolgstappen in de discussie met Eneco. De enquêteresultaten zelf lenen zich niet voor openbaarmaking, zowel uit een oogpunt van privacy als vanwege een  noodzakelijke vertaalslag die heeft moeten plaatsvinden op de aangeleverde informatie. Zo moesten de verbruikscijfers, aangeleverd voor verschillende verbruiksperioden, zowel seizoensgebonden en qua tijdsduur worden vertaald naar gemiddelde jaarverbuiken, gecorrigeerd op graaddagen. Openbaarmaking van de enquêteresultaten zoals aangeleverd zouden verwarring en een vertekend beeld hebben opgeleverd.

 

Vraag 3: Waarom wil het college de indruk wekken dat Eneco zorgvuldig omgaat met deze lucratieve voorziening in Vathorst terwijl Eneco zelf aangeeft verantwoordelijk te zijn voor het tekortschieten van voorlichting, waardoor bewoners mogelijk jarenlang veel te veel hebben betaald voor warmte ?  Antwoord 3: Het college wekt geen indruk, het college bemiddelt in een discussie tussen Eneco en haar klanten. I.c. is ons inziens overigens sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid (Eneco, bouwer/aannemer en de bewoner zelf).

 

Vraag 4: Is duidelijk onder welke economische voorwaarden Eneco deze warmtekrachtcentrale heeft mogen plaatsen?

Antwoord 4: Ja.

 

Vraag 5: Is deze openbaar en Europees aanbesteed?

Antwoord 5: Nee

 

Vraag 6: En waarom profiteren de bewoners niet mee aan de duurzame oplossing van restwarmtegebruik bij energieopwekking?

Antwoord 6: Bedrijfsvoering van Eneco en de gekozen energievoorziening moeten los worden gezien van de prijs van energie voor de consument. Het invullen van deze prijs conform het NMDA-principe is wat telt (en overeengekomen).

 

Vraag 7: Is een collectieve warmtekrachtcentrale in eigen beheer volgens het college een rendabele business case die ten goede komt aan de bewoners van Amersfoort in plaats van ten goede aan een commerciële monopolist die streeft naar winstmaximalisatie door een maximale prijs te krijgen voor een restproduct?

Antwoord 7: Daarvoor is destijds niet gekozen. Het belang van de consument wordt ondervangen door genoemd NMDA-principe.

 

Vraag 8: Hoe verklaart het college dat efficiënte restwarmte bij elektriciteitsopwekking, waarbij minder brandstoffen gebruikt en CO2 geproduceerd wordt, niet resulteert in voordelen voor de consument?

Antwoord 8: Zie antwoord vraag 6.

 

Vraag 9: Welke rol heeft het OBV/gemeente bij het naleven van de monopolist op het collectiviteit beginsel welke achter deze milieuvriendelijke warmtevoorziening zou moeten schuilen?

Antwoord 9: Het OBV is contractpartner van Eneco en als zodanig verantwoordelijk voor de naleving. De gemeente ziet erop toe dat burgers op een juiste wijze worden ingelicht en collectieve kwesties worden opgelost.

 

Vraag 10: De gemeente heeft aangegeven alleen te kunnen bemiddelen tussen monopolist Eneco en de bewoners. Ondersteunt het college de bewoners indien zij zich collectief op zoek gaan naar een alternatieve warmteleverancier in Vathorst?

Antwoord 10: Nee, dit is geen reële optie, aangezien de warmtecentrale in eigendom is van Eneco en de afname van warmte contractueel is vastgelegd.